Periode 3 - 2D-beeldonderzoek

Thuisopdracht Zoom

Het in- en uitzoomen is een begrip dat we voortdurend toepassen. Door in- of uit te zoomen kan betekenis en de communicatie hierover, veranderen. In deze periode hebben we de opgedane kennis op het gebied van 2D gebied verder uitgebreid.
Het kiezen van een onderwerp was een lastige opgave de eerste paar weken. Het was te algemeen of te breed, waardoor ik er niet echt specifiek op in kon gaan. Wel stond mijn fascinatie vast. Dat was het zorgen voor een verbeeldende betekenis per beeld, maar ook per week. Daarom ben ik op een storyboard-achtige manier te werk gegaan. Dit heeft mij geholpen steeds progressie te boeken binnen het onderwerp.

                        Week 2; nieuwsgierigheid                                            Week 3; spanning

                                                       Week 4; Innerlijke onrust (uiterlijk)

                                                        Week 5; Innerlijke onrust (innerlijk)

                                                        Week 6; innerlijke onrust in verhaal

                                                      Week 7; innerlijke onrust in verhaal 2




Modeltekenen

Tijdens de lessen op de academie werd er veel aandacht besteed aan de ruimtelijkheid van het model. Het model nam verschillende poses waarna ik deze op verschillende manieren vast ging leggen op papier. Waar ik begon met houtskool, eindigde ik met verf.
Procesmatig heb ik veel vooruitgang geboekt. Ik was de eerste paar weken te gefocused bezig om het model zo goed mogelijk te schetsen. Na enige oefening kreeg ik het steeds beter onder de knie. Ik keek steeds beter naar de positie van het model, werkte ik meer met perspectief, donker/licht, en het verhalend maken van de schets.

 

Periode 2 - 2D-Beeldonderzoek

De jas

Deze opzet van lessen wat anders dan bij de vorige periode. Elke les had een reflectie door experiment op de voorgaande les, en van die waarneming of verbeelding ga je dan weer verder door het gebruik maken van andere technieken zoals schetsen, inkt, verven, het maken van collages of combinaties daarvan. 

De jas met waarneming al schetsend vastleggen op papier was de eerste stap.

 

Vervolgens koos je uit verhullen, omhullen of onthullen als vervolgstap om de jas te gaan verbeelden.

 

Als thuisopdracht was het de bedoeling dat je de eerste week elke dag iets schetst of schildert, op de waarneming, wat je interessant vindt. De week erop ging je op verschillende manieren foto's maken op de waarneming, van objecten/omgeving.

Tijdens een van de lessen hebben we geoefend om portretten te maken van klasgenoten op de waarneming in een korte tijd van maximaal 10 minuten per portret. Dit was wel een leermoment voor mij, omdat ik normaliter goed kijk naar details, terwijl ik daar nu niet de tijd voor had. Op aanwijzing van de docent lichtte je dan een bepaald kenmerk van die persoon uit.

Het maken van collages was een oefening om zo het onderzoek naar licht, kleur, inhoud, onderwerp en beleving voort te zetten. Omdat beweging mij zeer aanspreekt koos ik dit als onderwerp. Dit is later uitgegroeid tot "vrijheid in beweging" en "ritme en vrijheid". Dit onderwerp is een goede ondersteuning voor mijn keuze voor de richting animatie. Ik heb vooral moeite gehad om er mijn eigen beelden van te maken. Dit is ook een punt dat de lerares aangaf tijdens de beoordeling.

Dit beeld was naar mijn mening, en dat van de lerares het sterkste beeld (wel jammer van het zwarte middelpunt). Hierop zou ik nog door kunnen gaan om zo een beeldenreeks te creëren van de pracht van de eenvoud van het natuurlijke.

Periode 1 - 2D-Beeldonderzoek

Licht en duister
In deze acht weken hebben we met 2d onderzoek gedaan naar licht en duister met verschillende teken(technieken) en schildermaterialen. Iedere les kregen we een opdracht van de docent. Ook maakten we thuis iedere week acht schetsen, zodat je je onderzoek in dit onderwerp kon voortzetten.
Ik ben er achter gekomen dat ik erg houd van een groot contrast tussen zwart en wit, daarom heb ik ook bijna elke week wel met een wit potlood of witte verf geëxperimenteerd op een zwart tekenvel. Tevens ben ik er achter gekomen hoe je de verbeelding kunt weergeven met gebruik van objecten. Je neemt eerst goed waar en vervolgens ga je nadenken over wat voor een andere beleving of gevoel je aan het object kunt geven. Naast het licht en donker speelt de achtergrond speelt hierbij een belangrijke rol.